Du er ikke logget ind
Beskrivelse
De Indigenous Peoples Rights Act van 1998 geeft inheemse volken in de Filippijnen het recht op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming met betrekking tot ontwikkelingsprojecten die worden ondernomen op het land van hun voorouders. In dit boek wordt onderzocht of de huidige praktijk van het verkrijgen van dergelijke toestemming de controle van de inheemse volken over de ontwikkeling garandeert, met name met betrekking tot mijnbouw, waarvoor dergelijke procedures bedoeld waren.Twee casestudies waarbij Mamanwa en Manobo stammen betrokken waren, suggereren dat de FPIC-processen die door het NCIP worden beheerd niet hebben geleid tot een geïnformeerde keuze van de kant van de inheemse volken. De langetermijneffecten en -voordelen werden door de mijnbouwbedrijven nauwelijks besproken. De belofte van financiële voordelen aan het begin van het overleg zorgde voor een kortsluiting in het vereiste FPIC-proces. Culturele erosie en de afwezigheid van ontwikkelingsplannen op lange termijn hebben de doelstellingen van het FPIC-proces tegengewerkt. De traditionele besluitvormingsprocedures die door de geïndustrialiseerde gemeenschappen worden toegepast, zijn ontoereikend om het soort gesprek op gang te brengen dat nodig is om te zorgen voor vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming. De auteur beveelt aan een derde neutrale partij in te schakelen om het FPIC-proces te vergemakkelijken teneinde een eerlijk, billijk en legitiem resultaat voor alle belanghebbenden te waarborgen.