Du er ikke logget ind
Beskrivelse
Direct na de ontdekking van de fotografie door Louis Daguerre in 1839 stelde Francois Arago aan de Franse Akademie van Wetenschappen de 'faraonische beschaving' voor als een geknipt toepassingsgebied. De keuze van Egypte als eerste toepassingsgebied van de fotografie lag voor de hand: er was de uitdaging van het licht en de schoonheid van de gebouwen die halfverzonken in een uitheems landschap lagen. In vergelijking met de teken-, schilder- en graveerkunst was fotografie onvoorstelbaar precies en gedetailleerd. Eindelijk kon de Europese burgerij de oosterse monumenten in hun werkelijke staat bekijken, zonder subjectieve inbreng van de tekenaar. Weliswaar waren de procedes nog verre van volmaakt en stonden de fotografen machteloos tegenover technische incoherentie in hun reportages, maar dat bracht tegelijk met zich mee dat menige angstvallige opname onbedoeld een fascinerend en buitengewoon artistiek plaatje opleverde. Rond 1870 deed zich in de egyptefotografie een kentering voor: fotografen van Zuideuropese komaf vestigden zich ter plaatse om hun waar aan de westerse toeristen aan te prijzen. Dit had zijn weerslag op de onderwerpkeuze. De foto's gaven door hun gekunstelde mise-en-scene geen authentieke visie op land en bevolking maar waren afgestemd op toeristen die er hun eigen beeld van de Orient op nahielden. Deze foto's tekenen de relatie tussen de negentiende-eeuwse fotograaf en de inheemse bevolking: alles duidt op de onderwerping van de Egyptenaar.