GRONDEN VOOR WEIGERING VAN EEN VERZOEK OM HOGERE VOORZIENING EN EEN BEROEP IN CASSATIE

Dit werk analyseert de verschillende juridische instituten, in het bijzonder de rechterlijke beslissingen die dagelijks in de rechtbanken worden uitgesproken en de middelen tot wraking die vaak door de procespartijen worden ingediend in civiele procedures in het algemeen en in de gewone processen van kennis in het bijzonder, op basis van het nieuwe Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat zoals elk menselijk werk in het juridische leven wordt geboren met gebreken en deugden, die de rechtsdeskundigen dwingen tot een uitputtende herziening van de inhoud ervan om bij te dragen met suggesties of voorstellen tot wijziging om de procedureregels veel efficiënter en effectiever te maken; Daarom beoogt dit werk ook een bescheiden bijdrage te leveren aan de verbetering van het burgerlijk procesrecht door de regeling voor te stellen van specifieke gevallen waarin gewone en buitengewone beroepen bij de rechters van eerste aanleg en de rechtbanken van tweede aanleg kunnen worden geweigerd, teneinde te voorkomen dat onnodig beroepen worden ingesteld die na lange tijd door de hoven van beroep en cassatie met vooroordeel in de justitiabelenwereld niet-ontvankelijk of niet-ontvankelijk zullen worden verklaard.